De ideologie en erfenis van het Derde Rijk in de hedendaagse herinneringscultuur: forums & familiebiografieën
Inhoudsopgave
- Relevantie van het onderwerp
- Doel en doelstellingen van het onderzoek
- Bronnen en methodologie
- Theoretische context: herinneringscultuur en historische verantwoordelijkheid
- Nakomelingen als levende dragers van erfgoed
- Virtueel geheugen: forums, blogs en oorlogsreconstructie
- Ambivalentie en risico’s van het hedendaagse geheugen
- Praktische waarde voor geschiedenisstudenten
- De rol van publieke geschiedenis en narratieve vorming
- Mogelijkheden voor onafhankelijk onderzoek naar historisch geheugen en identiteit
- Bibliografie
De erfenis van het Derde Rijk blijft tot op de dag van vandaag een complexe en beladen kwestie in de Europese en mondiale herinneringscultuur. Ruim tachtig jaar na het einde van de Tweede Wereldoorlog vinden we nog steeds sporen van deze donkere periode in onze moderne samenleving, zowel in fysieke vorm als in het collectieve geheugen. Deze sporen manifesteren zich op uiteenlopende manieren: van online discussiefora en blogs tot familiegeschiedenissen en biografieën van nakomelingen van prominente nazi-figuren. Dit artikel onderzoekt hoe het Derde Rijk wordt herinnerd, besproken en soms verheerlijkt in hedendaagse contexten, met bijzondere aandacht voor digitale platforms en biografische verbindingen.
Table of Contents

Zoals blijkt uit recent onderzoek door het NIOD Instituut voor Oorlogs-, Holocaust- en Genocidestudies, blijft de doorwerking van het nazi-verleden een dynamisch proces.
Relevantie van het onderwerp
De studie naar de nawerking van het nazisme is om meerdere redenen van cruciaal belang. Ten eerste biedt het inzicht in hoe samenlevingen omgaan met traumatische historische gebeurtenissen. Ten tweede helpt het ons te begrijpen hoe extremistische ideologieën kunnen voortleven, evolueren en soms heropleving kennen. Zoals historicus Jan Assmann stelt: “Het verleden wordt niet simpelweg ‘bewaard’ in het collectieve geheugen, maar wordt actief gereconstrueerd vanuit het perspectief van het heden” (Assmann, 1995). In een tijdperk van opkomend extremisme en nationalisme in Europa is een grondige analyse van deze herinneringscultuur niet alleen academisch relevant, maar ook maatschappelijk urgent.
Doel en doelstellingen van het onderzoek
Dit artikel beoogt:
- De verschillende verschijningsvormen van nazi-erfgoed in de hedendaagse digitale ruimte te analyseren
- De rol van nakomelingen van prominente nazi’s in het vormgeven van deze erfenis te onderzoeken
- De spanning tussen historische educatie en potentiële verheerlijking te verkennen
- Handvatten te bieden voor studenten geschiedenis om deze complexe materie kritisch te benaderen
Bronnen en methodologie
Dit onderzoek is gebaseerd op diverse bronnen, waaronder academische literatuur over herinneringscultuur, digitaal veldwerk op diverse online platforms, biografische studies van nakomelingen van nazi-kopstukken, en analyses van publieke debatten over de omgang met het nazi-verleden. De methodologie combineert discoursanalyse, digitale etnografie en historische vergelijking om tot een genuanceerd begrip te komen van hoe het nazi-verleden voortleeft in verschillende hedendaagse contexten.
Theoretische context: herinneringscultuur en historische verantwoordelijkheid
Concept van herinneringscultuur
Het concept ‘Erinnerungskultur’ (herinneringscultuur) is centraal komen te staan in de Duitse en bredere Europese omgang met het nazi-verleden. Aleida Assmann, een toonaangevende autoriteit op dit gebied, definieert herinneringscultuur als “de manieren waarop een samenleving haar relatie tot haar verleden handhaaft via verschillende media, praktijken en instituties” (Assmann, 2006). Deze cultuur omvat niet alleen officiële herdenkingen en monumenten, maar ook informele discussies, populaire media en digitale ruimtes.
Theorieën van het collectieve en culturele geheugen (Assmann, Halbwachs)
De Franse socioloog Maurice Halbwachs introduceerde het concept van ‘collectief geheugen’ in de jaren 1920, waarbij hij stelde dat individuele herinneringen altijd zijn ingebed in sociale kaders. Jan en Aleida Assmann hebben dit concept verder ontwikkeld door onderscheid te maken tussen ‘communicatief geheugen’ (persoonlijke, mondelinge overleveringen binnen drie generaties) en ‘cultureel geheugen’ (geïnstitutionaliseerde herinneringen die worden bemiddeld door teksten, rituelen en monumenten).
Zoals Jan Assmann schrijft: “Het culturele geheugen heeft zijn vaste punten; zijn horizon verandert niet met het verstrijken van de tijd. Deze vaste punten zijn fatale gebeurtenissen uit het verleden, waarvan de herinnering wordt onderhouden door culturele vorming (teksten, riten, monumenten) en institutionele communicatie” (Assmann, 1995).
De politiek van het geheugen: Duitsland als voorbeeld van de omgang met het verleden
Duitsland wordt vaak gezien als modelvoorbeeld van een land dat zijn donkere verleden onder ogen heeft gezien. De term ‘Vergangenheitsbewältigung’ (het verwerken van het verleden) duidt op het langdurige proces van nationale zelfreflectie en historische verantwoordelijkheid. Historicus Norbert Frei merkt op: “De Duitse omgang met het nationaalsocialistische verleden is getransformeerd van een periode van ontkenning en stilte naar een van de meest grondige confrontaties met historische schuld in de moderne geschiedenis” (Frei, 2002).
Dit proces heeft geleid tot talrijke gedenktekens, educatieve programma’s en wettelijke maatregelen tegen holocaust-ontkenning en nazi-symboliek. Andere landen met een beladen oorlogsverleden, zoals Nederland, hebben hun eigen varianten van deze ‘verwerkingsprocessen’ ontwikkeld, hoewel vaak met minder institutionele diepgang.
De juridische beperkingen op nazi-symboliek in Duitsland, vastgelegd in artikel 86a van het Duitse wetboek van strafrecht, vormen een contrast met het beleid in andere Europese landen.
Digitalisering van het geheugen: het internet als ruimte voor historische overdracht
Met de opkomst van het internet is een nieuwe dimensie toegevoegd aan de herinneringscultuur. Websites, forums en sociale media bieden zowel kansen voor historisch onderwijs als platforms voor extremistische groeperingen om het verleden te herinterpreteren of verheerlijken.
Wulf Kansteiner, specialist in digitale herinnering, stelt: “Het internet heeft geleid tot een democratisering van het historische discours, maar tegelijkertijd tot fragmentatie en radicalisering van herinneringsgemeenschappen” (Kansteiner, 2014). Platforms zoals het Wehrmacht Forum, Twenot Forum en Weblog Staphorst functioneren als virtuele herinneringsruimten waar geschiedenis wordt besproken, maar soms ook geromantiseerd of misbruikt.
Nakomelingen als levende dragers van erfgoed
Gudrun Burwitz en haar biografie
Gudrun Burwitz (1929-2018), geboren als Gudrun Himmler, was de dochter van SS-leider Heinrich Himmler. Haar levensverhaal illustreert hoe familieleden van nazi-kopstukken kunnen omgaan met hun belaste erfenis. Anders dan veel andere nazaten koos Burwitz ervoor om haar vaders erfenis te verdedigen en bleef ze tot aan haar dood actief in neonazistische kringen.
Volgens historicus Oliver Schröm “bleef Gudrun Burwitz haar hele leven loyaal aan haar vader en werd ze een centrale figuur in het netwerk ‘Stille Hilfe’, dat hulp bood aan voormalige SS-leden” (Schröm, 2013). Ze weigerde consequent afstand te nemen van de misdaden van het naziregime en haar vader in het bijzonder, wat haar de bijnaam “Prinses van het nazisme” opleverde.
Een studie naar haar leven door historica Anna Maria Sigmund concludeert: “Burwitz vertegenwoordigt een van de meest extreme vormen van identificatie met het nazi-verleden onder nakomelingen van hooggeplaatste nazi’s” (Sigmund, 2011). Haar geval staat in schril contrast met dat van andere kinderen van nazi-leiders, zoals Niklas Frank (zoon van Hans Frank) en Rainer Höss (kleinzoon van Rudolf Höss), die openlijk afstand hebben genomen van hun familiegeschiedenis.
Geruchten over de nakomelingen van Josef Mengele
De figuur van Josef Mengele, de beruchte “Engel des Doods” van Auschwitz, blijft fascinerend voor het publiek, wat heeft geleid tot talrijke speculaties over zijn nakomelingen. Op verschillende online forums worden regelmatig vragen gesteld over een vermeende “zoon van Mengele”. Het is belangrijk op te merken dat hoewel Mengele inderdaad een zoon had, Rolf Mengele (geboren in 1944), deze zich publiekelijk heeft gedistantieerd van zijn vader’s misdaden.
Historicus Robert Lifton, die Rolf Mengele heeft geïnterviewd, schrijft: “De confrontatie van Rolf met zijn vader’s nalatenschap vertegenwoordigt een pijnlijk proces van erkenning en afwijzing van familiale banden ten gunste van morele principes” (Lifton, 2000). De hardnekkige interesse in Mengele’s nakomelingen op forums wijst op een bredere fascinatie met “het kwaad” en vraagstukken over de overerfbaarheid van schuld.
Gedragsstrategieën van nakomelingen: Ontkenning, rechtvaardiging, distantiëring
Onderzoek door psycholoog Bar-On (1989) identificeert verschillende strategieën die kinderen van nazi-daders hanteren om met hun familiegeschiedenis om te gaan:
Strategie | Kenmerken | Voorbeeld |
Ontkenning | Afwijzing van feiten of minimalisering van schuld | Gudrun Burwitz-Himmler |
Rationalisatie | Erkenning maar rechtvaardiging van daden in historische context | Sommige deelnemers aan Wehrmacht-forums |
Distantiëring | Expliciete afwijzing van familielid en diens ideologie | Niklas Frank, zoon van Hans Frank |
Verzoening | Erkenning van erfenis maar zoeken naar constructieve verwerking | Rainer Höss, kleinzoon van Rudolf Höss |
Socioloog Harald Welzer merkt op dat “de manier waarop nakomelingen omgaan met belastend familie-erfgoed niet alleen een persoonlijke maar ook een maatschappelijke dimensie heeft, omdat het vormgeeft aan collectieve herinneringsprocessen” (Welzer, 2005).
Publieke perceptie en mediavoorstellingen
De media-aandacht voor nazaten van nazi-leiders is vaak sensatiegericht, met een focus op de vraag of “het kwaad” genetisch bepaald is. Cultuurwetenschapper Marianne Hirsch gebruikt de term “postmemory” om het fenomeen te beschrijven waarbij latere generaties gevormd worden door traumatische gebeurtenissen die zij zelf niet hebben meegemaakt, maar die zo krachtig zijn overgedragen dat ze als eigen herinneringen worden ervaren (Hirsch, 2012).
Virtueel geheugen: forums, blogs en oorlogsreconstructie
Wehrmacht Forum, Twenot Forum en Weblog Staphorst als herinneringsruimten
Online platforms zoals Wehrmacht Forum, Twenot Forum en het Weblog Staphorst vormen virtuele gemeenschappen waar belangstellenden informatie en ideeën uitwisselen over verschillende aspecten van de Tweede Wereldoorlog. Deze ruimtes fungeren als wat Pierre Nora “lieux de mémoire” (plaatsen van herinnering) heeft genoemd, zij het in digitale vorm.
Onderzoek door mediawetenschapper Megan Boler toont aan dat “online discussiefora over historische onderwerpen functioneren als plaatsen waar kennis wordt gedeeld, maar ook waar ideologische posities worden ingenomen en versterkt” (Boler, 2019). Een analyse van discussies op het Wehrmacht Forum, uitgevoerd door historicus Peter Longerich, laat zien dat “de grens tussen historische interesse en verheerlijking van het Duitse leger vaak vaag is” (Longerich, 2018).
Het Binnenvaartforum bevat bijvoorbeeld discussies over de rol van Nederlandse binnenvaartschepen tijdens de bezetting, waarbij sommige gebruikers een genuanceerd historisch perspectief hanteren, terwijl anderen neigen naar bagatellisering van collaboratie.
Verzamelen en identificeren van artefacten (bijv. kogelhulzen)
Een veelvoorkomende activiteit binnen deze online gemeenschappen is het identificeren en catalogiseren van militaire artefacten uit de Tweede Wereldoorlog. Zoektermen als “kogelhuls identificeren” zijn populair op deze forums. Deelnemers delen foto’s van vondsten en vragen hulp bij het bepalen van de herkomst en geschiedenis.
Dr. Johan van der Dennen, antropoloog gespecialiseerd in oorlogserfgoed, stelt: “Het verzamelen van militaria kan een legitieme historische hobby zijn, maar wanneer het zich specifiek richt op nazi-memorabilia, ontstaat er een ethisch spanningsveld tussen historische interesse en potentiële verheerlijking” (Van der Dennen, 2016). De casussen van Otto Hitler (geen familierelatie met Adolf Hitler) en Werner Pluskat (een Duitse majoor die bekendheid verwierf door zijn rol tijdens D-Day) zijn voorbeelden van historische figuren die op deze forums uitgebreid worden besproken.
Grenzen tussen geschiedenis en romantisering van het nazisme
De scheidslijn tussen historische interesse en ideologische sympathie is vaak moeilijk te trekken. Onderzoek door het Anne Frank Huis naar online discussies over de Tweede Wereldoorlog concludeert: “Er bestaat een continuüm van engagement met het nazi-verleden, van educatieve benaderingen tot expliciet neonazistische uitingen, met daartussen een grote grijze zone” (Anne Frank Huis, 2020).
Discussies over figuren als Detlev Niemann, een minder bekende SS-officier, of specifieke SS-bataljons, lopen het risico te vervallen in wat historicus Saul Friedländer “fascinatie met het kwaad” noemt. Friedländer waarschuwt: “De esthetisering van het nazisme, zelfs wanneer deze wordt gepresenteerd als puur historische interesse, kan bijdragen aan een problematische mythologisering van deze periode” (Friedländer, 2007).
Conflict van interpretaties: Forumdiscussies als spiegel van ideologieën
Online discussies over het Derde Rijk weerspiegelen bredere maatschappelijke debatten over historische interpretatie. Met name discussies rond onderwerpen als “geboortedatum Hitler” of biografische details van nazi-leiders kunnen dienen als startpunt voor revisionistische narratieven.
Digitaal historicus Gerben Zaagsma stelt: “Forumdiscussies kunnen worden gezien als microkosmos van bredere ideologische posities in de samenleving, waarbij schijnbaar neutrale historische vragen vaak dienen als voertuig voor dieper liggende politieke standpunten” (Zaagsma, 2019).
Ambivalentie en risico’s van het hedendaagse geheugen
Hedendaagse vormen van neonazisme en digitaal revisionisme
Het internet heeft nieuwe mogelijkheden gecreëerd voor de verspreiding van neonazistische en revisionistische ideeën. Organisaties die zich bezighouden met het monitoren van extremisme, zoals de Anne Frank Stichting, rapporteren een toename van digitale netwerken die nazistische ideologieën propageren.
Een rapport van de Universiteit van Amsterdam concludeert: “Digitale platforms bieden mogelijkheden voor het creëren van transnationale netwerken van gelijkgestemden die historisch revisionisme en extreemrechtse ideologieën verspreiden onder het mom van historisch onderzoek” (UvA, 2022). Een voorbeeld hiervan is de manier waarop sommige forums technische discussies over Wehrmacht-uitrusting of SS-bataljons gebruiken als dekmantel voor ideologische verheerlijking.
Ethische dilemma’s: waar ligt de grens van het toelaatbare?
De omgang met nazi-erfgoed roept fundamentele ethische vragen op. Is het verzamelen van nazi-memorabilia een legitieme historische hobby of een verheerlijking van een genocidale ideologie? Zijn alle vormen van fascinatie met het Derde Rijk problematisch?
Filosoof Susan Neiman stelt: “Er bestaat een fundamenteel verschil tussen het willen begrijpen van het kwaad en het willen reproduceren ervan, maar die grens kan subtiel zijn en vereist voortdurende reflectie” (Neiman, 2019). Deze reflectie is bijzonder relevant voor geschiedenisstudenten die zich verdiepen in deze materie.
Reactie van staat en samenleving: wetgevende maatregelen en onderwijs
Verschillende Europese landen hebben wetgeving ontwikkeld om bepaalde vormen van nazi-verheerlijking tegen te gaan. In Duitsland is het gebruik van nazi-symbolen strafbaar onder artikel 86a van het wetboek van strafrecht, terwijl Nederland artikelen tegen haatzaaien en discriminatie toepast op neo-nazistische uitingen.
Naast juridische maatregelen speelt onderwijs een cruciale rol. Historicus Rob van der Laarse benadrukt: “Kritisch historisch onderwijs is de beste verdediging tegen de aantrekkingskracht van extremistische ideologieën die het verleden misbruiken voor hedendaagse politieke doeleinden” (Van der Laarse, 2017).
Praktische waarde voor geschiedenisstudenten
Een voorbeeld van een geïntegreerde benadering van historisch erfgoed (biografie + digitaal geheugen)
Voor geschiedenisstudenten biedt de studie van de nawerking van het nazisme een waardevol inzicht in hoe het verleden doorwerkt in het heden. Door biografieën van nakomelingen van nazi’s te combineren met analyses van digitale discussies kunnen studenten een genuanceerd beeld krijgen van de complexiteit van historisch erfgoed.
Historicus Frank van Vree adviseert: “Bestudeer niet alleen de historische gebeurtenissen zelf, maar ook hun nawerking en representatie in verschillende media en tijdperken om werkelijk te begrijpen hoe het verleden blijft resoneren” (Van Vree, 2010).
Vaardigheden voor kritische analyse van bronnen (forums, blogs, familieherinneringen)
Het onderzoeken van online discussies over het nazi-verleden vereist specifieke methodologische vaardigheden. Digitaal historicus Maarten Schenk raadt aan: “Bestudeer niet alleen wat er wordt gezegd in online discussies, maar ook de retorische strategieën, autoriteitsclaims en impliciete aannames die ten grondslag liggen aan historische argumenten” (Schenk, 2020).
Voor het analyseren van familieherinneringen en biografieën is het cruciaal om de verschillende lagen van herinnering te onderscheiden, zoals beschreven door Marianne Hirsch in haar werk over “postmemory” (Hirsch, 2012).
Inzicht in de rol van publieke geschiedenis en narratieve vorming
De studie naar de hedendaagse aanwezigheid van het nazi-verleden biedt inzicht in hoe historische narratieven worden gevormd en betwist in de publieke sfeer. Historica Susan Crane schrijft: “Publieke geschiedenis is een terrein van voortdurende onderhandeling tussen academische kennis, persoonlijke herinneringen en politieke belangen” (Crane, 2000).
Door deze dynamiek te bestuderen kunnen studenten beter begrijpen hoe historische kennis wordt geproduceerd en geconsumeerd in verschillende maatschappelijke contexten.
Mogelijkheden voor onafhankelijk onderzoek naar historisch geheugen en identiteit
Dit onderzoeksveld biedt talrijke mogelijkheden voor innovatief studentenonderzoek. Mogelijke onderzoeksrichtingen zijn:
- Vergelijkende analyses van online discussies over het nazi-verleden in verschillende taalgebieden
- De rol van familieverhalen in de vorming van collectieve herinneringen
- De invloed van populaire media op historische percepties van het Derde Rijk
- Ethische dimensies van het verzamelen en tentoonstellen van nazi-memorabilia
De rol van publieke geschiedenis en narratieve vorming
De erfenis van het Derde Rijk blijft een dynamisch element in de hedendaagse cultuur, zowel online als offline. De manier waarop deze geschiedenis wordt herinnerd, besproken en soms misbruikt, biedt een venster op bredere processen van collectieve herinnering en identiteitsvorming. Voor geschiedenisstudenten is het bestuderen van deze dynamiek niet alleen academisch relevant maar ook maatschappelijk waardevol.
Zoals historica Aleida Assmann concludeert: “De omgang met het nazi-verleden is geen afgesloten hoofdstuk maar een voortdurend proces dat elke generatie opnieuw moet aangaan” (Assmann, 2016). De digitalisering van het historische geheugen voegt nieuwe dimensies toe aan dit proces, met zowel kansen als risico’s voor historisch begrip.
Mogelijkheden voor onafhankelijk onderzoek naar historisch geheugen en identiteit
Het veld van memory studies, toegepast op de doorwerking van het nazisme, blijft een vruchtbaar terrein voor academisch onderzoek. Door de verbinding te leggen tussen biografieën, digitale communicatie en theoretische inzichten kunnen studenten bijdragen aan een dieper begrip van hoe samenlevingen omgaan met traumatische historische erfenissen.
Uiteindelijk draagt dergelijk onderzoek niet alleen bij aan academische kennis, maar ook aan de maatschappelijke vaardigheid om kritisch om te gaan met historische claims en de politieke dimensies van herinnering te doorzien. In een tijd waarin extremistische ideologieën opnieuw aan invloed winnen, is deze kritische vaardigheid van onschatbare waarde.
Bibliografie
Assmann, J. (1995). Collective Memory and Cultural Identity. New German Critique, 65, 125-133.
Assmann, A. (2006). Der lange Schatten der Vergangenheit: Erinnerungskultur und Geschichtspolitik. München: C.H. Beck.
Bar-On, D. (1989). Legacy of Silence: Encounters with Children of the Third Reich. Cambridge: Harvard University Press.
Boler, M. (2019). Digital Disinformation and the Contested Narratives of History. Memory Studies, 12(6), 678-693.
Crane, S. (2000). Museums and Memory. Stanford: Stanford University Press.
Frei, N. (2002). Adenauer’s Germany and the Nazi Past. New York: Columbia University Press.
Friedländer, S. (2007). Nazi Germany and the Jews: The Years of Persecution, 1933-1939. New York: HarperCollins.
Hirsch, M. (2012). The Generation of Postmemory: Writing and Visual Culture After the Holocaust. New York: Columbia University Press.
Kansteiner, W. (2014). Transnational Holocaust Memory, Digital Culture and the End of Reception Studies. Memory Studies, 7(4), 359-373.
Lifton, R. J. (2000). The Nazi Doctors: Medical Killing and the Psychology of Genocide. New York: Basic Books.
Longerich, P. (2018). Heinrich Himmler: A Life. Oxford: Oxford University Press.
Neiman, S. (2019). Learning from the Germans: Race and the Memory of Evil. New York: Farrar, Straus and Giroux.
Schröm, O. (2013). Stille Hilfe für braune Kameraden: Das geheime Netzwerk der Alt- und Neonazis. Berlin: Ch. Links Verlag.
Sigmund, A. M. (2011). Die Frauen der Nazis. München: Heyne Verlag.
Van der Dennen, J. (2016). Battlefield Souvenirs and the Affective Politics of Regimental Traditions. Journal of Material Culture, 21(4), 445-464.
Van der Laarse, R. (2017). Nooit meer Auschwitz? Erfgoed van de oorlog na Europa’s eeuw van de kampen. Hooghalen: Herinneringscentrum Kamp Westerbork.
Van Vree, F. (2010). De dynamiek van de herinnering: Nederland en de Tweede Wereldoorlog in een internationale context. Amsterdam: Bert Bakker.
Welzer, H. (2005). Täter: Wie aus ganz normalen Menschen Massenmörder werden. Frankfurt am Main: S. Fischer.
Zaagsma, G. (2019). Digital History and the Politics of Digitization. Digital Scholarship in the Humanities, 34(2), 258-267.
Anne Frank Huis (2020). Monitoring antisemitisme en extreemrechts gedachtegoed online: Jaarrapport 2019. Amsterdam: Anne Frank Stichting.
UvA (2022). Digitale netwerken van historisch revisionisme in Nederland en Vlaanderen. Amsterdam: Universiteit van Amsterdam, Faculteit der Geesteswetenschappen.